Menu

Opgepast, grasaren zijn er weer!

Ojee, de grasaren laten zich weer zien. Waarom zijn deze eigenlijk gevaarlijk voor de hond en waar moet je op letten?
Lees hieronder de do’s en don’ts!

De zomermaanden staan alweer voor de deur en dat betekent ook dat de grasaren zich weer laten zien. In de wintermaanden is deze niet gevaarlijk voor de hond, maar in de lente en zomer drogen ze uit en vormen ze (helaas) een gevaar voor onze lieve viervoeter.

Grasaren zijn pluimvormige zaden die zich met name in bosgebieden en langs wandelpaden laten zien. De grasaar heeft een scherpe punt welke kan doordringen in het lichaam van je hond. Zoals via diverse lichaamsopeningen; oren, neus en ogen. De grasaar nestelt zich stevig vast door de weerhaken die hieraan vastzitten en verdwijnt helaas niet vanzelf. Deze kan zich zelfs zo ver door dringen richting de vitale organen van je hond. Heeft je hond tijdens het rennen of snuffelen een grasaar in zich lichaam gekregen, dan is de enige oplossing het (laten) verwijderen ervan. Het beste kun je hiervoor naar een dierenarts gaan. Laat je de grasaar zitten, dan kan dit leiden tot infecties, abcessen of in het ernstige geval overlijden. Dit willen we uiteraard niet en daarom is voorkomen beter dan genezen! Geniet van de natuur, maar let op de grasaar en laat je hond daar liever niet in rennen en/of snuffelen!

Twijfel je of je hond een grasaar heeft? Dit zijn de signalen:
– opgezwollen oogleden;
– bloederige afscheiding uit de neus van je hond;
– niezen;
– niet willen eten;
– moeite met kauwen/slikken;
– slechte geur vanuit mond, oren of neus;
– abcessen;
– open wonden (kan resultaat zijn van opengebarsten abces)
– continu likken of bijten aan de poten/andere delen lichaam.

Hoe bescherm je je hond tegen die vervelende grasaren? Lees hier wat tips:
– Blijf op de paden tijdens het uitlaten en je hond niet door het hoge gras rennen/snuffelen;
– Controleer je hond nadat je in een gebied bent geweest waar grasaren groeien. Spot plekken: tussen tenen, in de oren, onder de oksels en rond de liezen. Controleer huidplooien en kam de vacht van je hond goed uit.
– Heeft je hond een lange vacht? Kam deze dan goed uit. Honden met lange harden en lange oren zijn extra kwetsbaar voor grasaren.
– Je kunt zelf de grasaar verwijderen, maar zorg ervoor dat je deze dan volledig verwijdert. Als er toch iets achterblijft loopt je hond het risico dat deze zich toch verder nestelt in het lichaam. Neem contact op met de dierenarts mocht er een deel zijn achtergebleven.